vrijdag 29 maart 2013

Avani: oud leerling Podes

Reportage Omer Roels 25 januari 2013:

Enkele dagen geleden was er tijd om eens een ‘uitstap’ te maken naar Tapiramuta. We kozen er voor om ditmaal langs goede asfaltwegen en niet langs ‘pistas’ of zandwegen te rijden. De afstand is dan wel wat langer, maar het gaat wel merkelijk vlugger, zeker als de ‘pistas’ er niet zo goed bijliggen wegens al te diepe groeven en te veel stof op de weg. Met het bijhorende grotere risico dan om een ongeval te hebben.

Rond 14.15 uur vertrokken, kwamen we om 15.00 uur toe in het naburige stadje, waar Frans in het begin van zijn werk in Bahia ook enkele jaren pastoor geweest is ... en vooral, waar ook de werking van PODES van start ging, destijds nog onder de naam ‘A voz do silêncio’, in het Nederlands: ‘De stem der stilte’, omdat de werking aanvankelijk toegespitst was op doven en slechthorenden kinderenb en volwassenen.

De allereerste leerlinge was dove Avani, die nadien ook vele jaren de huishoudster van Frans geweest is, en na verloop van tijd zelfs een degelijke ‘professora’ of lerares in ‘LIBRAS’, Língua Brasileira de Sinais, de Braziliaanse gebarentaal. Toen ik haar leerde kennen had zij een zoontje van zowat 12 maanden, Bruno, maar, zoals in Brazilië – ook bij de grote voetbalsterren – vaak het geval is, had Bruno daarnaast een andere roepnaam, Popó, indertijd ook de roepnaam van een bekende bokser. Nu zijn we 12 jaar verder en Bruno is uitgegroeid tot...
een stevig gebouwde knaap van 13. Omdat vader vaak uithuizig is om in Salvador of in São Paulo enkele maanden te gaan werken, heeft hij veel tijd alleen met zijn mama doorgebracht en wellicht is hij daardoor een tikkeltje stil en introvert, vermits Avani doof is. Maar zoals andere kinderen van hun ouders hun ‘moedertaal’ leren, heeft Bruno geleidelijk aan ook LIBRAS leren ‘spreken’ en nu spreekt hij dus vlot twee – voor de wetgeving gelijkwaardige – talen: Portugees en LIBRAS. Hij is daardoor perfect in staat om voor zijn mama te tolken, wat de mogelijkheden tot communicatie erg verbetert.

12 jaar later is Bruno ook niet langer de enige zoon. Er zijn twee broertjes bijgekomen: João – spreek uit als: Juwau – ruim 3 jaar, en Robson, 9 maanden. Bij ons bezoek was de papa, Roberto, afwezig omdat hij weer voor enkele maanden naar Salvador is om wat te verdienen, zeker nu carnaval in aantocht is. Avani was alleen thuis met de jongste twee kinderen. João is een bijzonder lenig en levendig baasje, die in de tweede helft van vorig jaar zijn eerste stappen in de kleuterklas gezet heeft, wat hem blijkbaar nog beweeglijker gemaakt had dan hij voorheen al was. De woonst van Avani is zeer armoedig, wat onder meer betekent dat er geen vensterglas in de ramen zit, zoals in minstens de helft van de huizen in Tapiramuta en Mundo Novo.

Toen we toekwamen ‘ten huize van ...’ zat João even vanuit het raamkozijn de toestand in de straat onder ogen te nemen. Hij herkende ons meteen, wipte naar binnen om zo de deur te kunnen openen, en dan volgde de uitbundige begroeting door Avani, die, ondanks haar beperking, een meer dan gewone extroverte dame is. João heeft zijn temperament dus zeker van geen vreemden! Daarna kon ik kennismaken met de nieuwste spruit, Robson, die vorig jaar begin April geboren is, toen ik reeds terug in België was. Van uitzicht en temperament gelijkt hij helemaal niet op João, hij ziet er veel rustiger uit en zijn gelaatstrekken zijn ook heel anders, maar met zijn 9 maanden kan hij al goed rechtop zitten. Zelfstandig lopen is er vooralsnog niet bij: voorlopig verkent hij zijn leefwereld kruipende! Bovendien loert hij voortdurend tallenkante om zo vlug mogelijk zijn omgeving te exploreren, ontdekkingsreiziger in een immense ruimte, waar je nooit genoeg van kan weten. Na een babbeltje van een half uur wilden we ook Bruno eens opzoeken en ook wat aankopen doen, want Avani zou koffie zetten en daar hoorden dus koekjes bij. Wij dus eerst naar Bruno, die in de vakantie bij zijn oom werkt in de ‘carwash’. Het was net een rustig moment, want soms kan het erg druk zijn omdat er ook vrachtwagens ‘onder handen genomen worden’. Dat kwam ons goed uit, want zo konden wij toch even praten met de eerder zwijgzame jongen. Het is telkenjare aangenaam om hem weer te zien en zo te kunnen volgen hoe hij gegroeid en geëvolueerd is.

Van de carwash naar de supermarkt, de zogenaamde ‘Cesta do Povo’ – een beetje te vertalen als: de winkel van de gewone mens – waar alleen de meest essentiële levensmiddelen en andere goederen verkocht worden, maar doorgaans aan een lagere prijs. Want ondanks de vele berichten over de economische groei en de toenemende welvaart, is de werkelijkheid vaak heel anders. De groei heeft geen grote verandering gebracht in de spreiding van de welvaart maar komt meestal alleen de meer welstellenden ten goede, de armoede blijft groot voor velen en de prijzen – ook van vele basisproducten zoals melk en (drink)water – zijn sterk gestegen. Het is dan ook geen toeval dat de veelbesproken presidente, Dilma Rousseff, enige tijd geleden een korte, veelzeggende commentaar gaf op de euforische verhalen over de rijkdom van Brazilië: ‘Een rijk land is een land waar geen armoede is.’ Zij behoort dan ook tot de ‘Arbeidspartij’, maar heeft af te rekenen met veel tegenwerking en, helaas, ook met veel corruptie in haar eigen partij.

In de ‘Cesta do Povo’ was het pijnlijk om een vrouwtje van rond de 50 bezig te zien met haar aankopen. Zij had allicht voordien haar luttele centjes geteld en keek dan in de verschillende rekken, wikkend en wegend wat wel en wat niet tot haar mogelijkheden behoorde, wikkend en wegend vooral wat het meest dringend was en wat nog even kon wachten. Na onze aankopen reden we terug naar Avani en de kinderen. Meteen werd er koffie gezet en op heel sobere wijze werden we in haar armoedige maar heel propere woning vergast op koffie en koekjes. Nadien nog even gepraat en dan wilde Avani mij ook het kinderbedje tonen, dat ik vorig jaar gekocht had voor het komende kindje, toen zij nog in verwachting was van Robson.

Bij die ‘rondleiding’ door de povere kamertjes van haar huisje viel het mij op dat alles kraaknet was: de vloer in gestampte aarde lag er bijna blinkend bij en de lakens en kopkussens waren kraaknet. Velen van deze arme mensen hechten trouwens groot belang aan netheid en hygiëne, al is dit niet altijd even gemakkelijk als stof en insecten langs alle kanten binnen kunnen. Het werd stilaan avond, temeer omdat hier, in de tropen, ook in de zomer de nacht al invalt om halfzeven. We wilden voor donker thuis zijn en onderweg wilden we ook nog een klein bezoekje brengen aan twee andere dove mensen, beiden oud-leerlingen van PODES, die 3 maanden geleden hun eerste kindje, Qaïq, gekregen hadden. Maar meer daarover bij een volgende gelegenheid.

Geen opmerkingen: